ZWOLLE – De kleur van hun wedstrijdshirt is anders dan vorig seizoen. Toch beginnen Lesley te Winkel (18) en Joyce Mijnheer (21) al te wennen aan het tenue van PEC Zwolle Vrouwen. Leuk, die nieuwe uitdaging. Ze kunnen aan de bak met hun nieuwe team.

TEKST: Maarten de Jong

Het aantal jaar bij FC Twente is niet meer op de vingers van één hand te tellen. Zes speelde Lesley te Winkel er in dat rode shirt. Vanaf deze zomer is ze captain af bij Jong FC Twente Vrouwen. De tiener is nu een Blauwvinger. “Ook dat bevalt me prima”, zegt de verdedigster in gesprek met Voetbal Centraal. “De sfeer in de groep is goed en ik merk geen negativisme. Iedereen wil er voor gaan. Ik denk dat ik het hier komend seizoen wel naar mijn zin ga krijgen.”

De voetbalster uit Winterswijk was in Enschede rechtsback. Tijdens de oefenwedstrijden staat ze bij PEC Zwolle Vrouwen ook op die positie. Als aanvallend ingestelde speelster komt ze graag mee op. “Dat gaat me tot nu toe redelijk af”, vindt ze. “Ik moet nog wel proberen om vaker de achterlijn te halen en de bal in de zestien te leggen.”

In de buurt van de zestien staat Joyce Mijnheer. De van OZC overgekomen voetbalster moet komend seizoen als een van de aanvalsters voor de doelpunten gaan zorgen. Afgelopen jaargang trof ze meer dan dertig keer doel bij de eersteklasser. “Maar dertig is nu wel een beetje veel gevraagd”, merkt de voormalige speelster van FC Twente Vrouwen op. “Ik ga mezelf ook geen getallen opleggen. Dit is mijn eerste seizoen na twee jaar afwezigheid. We zullen zien hoeveel ik er kan maken.”

Haar eerste goal heeft ze in ieder geval al binnen. Mijnheer scoorde vorige week in de met 2-0 gewonnen wedstrijd van PEC Zwolle Vrouwen tegen RKHVV. “Die is maar vast binnen”, reageert de 21-jarige geboren Dedemsvaartse op. “Al hecht ik geen waarde aan dat doelpunt. We zitten nog maar in de voorbereiding. In de competitie krijg ik in sommige wedstrijden misschien slechts één of twee kansen. Die moeten er in. Dan hoop ik dat ik de veelscorende spits kan zijn.”

Ploeggenote Te Winkel moet er mede voor zorgen dat het aantal tegendoelpunten beperkt blijft. Met veertien speelsters is de kans dat ze speelt natuurlijk aanzienlijk, hoewel ze op voorhand nergens rekening mee houdt. “Ik durf nog niet te zeggen of ik in de basis kom te staan”, zegt ze. “Ik zal in ieder geval kei hard mijn best gaan doen om de trainer te overtuigen van mijn kwaliteiten.”

Dat de concurrentie niet omvangrijk is, beseft ook Mijnheer zich. Toch hoeft dat volgens haar geen probleem te zijn. “We hebben niet de beste individuele voetbalsters. Ik denk wel dat we als collectief sterk zijn. Ik geloof in het verhaal van de club op de langere termijn. Dat is precies hoe ik over voetbal denk. Het lijkt me leuk om de komende jaren onderdeel van de plannen van PEC te worden.”

Van de redactie van:: Voetbal Centraal