Wel of geen kunstgras? Nederland kent veel voor- en tegenstanders. Ook Adriaan Visser, voorzitter van PEC Zwolle, heeft hierover een mening. Hij verwerkte dit in een column op het digitale thuis van de bekerwinnaar.
”In Nederland is de afgelopen periode een heftige discussie ontstaan over kunstgras”, opent de preses. ”Zoals jullie weten spelen wij op deze ondergrond en hebben wij ons in de persoon van technisch directeur Gerard Nijkamp actief in deze discussie gemengd. Zelf vind ik het belangrijk om te benadrukken waarom wij op kunstgras spelen. Allereerst heeft het spelen op kunstgras natuurlijk financiĆ«le voordelen. Zo kan de club fulltime gebruik maken van deze mat en hoeft het dus geen trainingsvelden aan te leggen of te huren.”
”Dit is een voordeel voor de eerste selectie van onze mannen en vrouwen, maar ook voor de jeugdopleiding en de beloftenteams. Deze teams zijn zodoende direct verbonden met de rest van de club en organisatie. Zo lunchen onze medewerkers, spelers en staf nog altijd gebroederlijk samen. Tevens voorkomt trainen in het stadion, dat onze spelers ergens op een veldje ver weg van het huidige complex komen te voetballen. Waardoor het gevoel bij wedstrijden kan ontstaan, dat de selectie te gast is in eigen stadion. Voor onze spelers voelt het stadion nu als een echte thuishaven.”
”Ook kunnen wij als club relatief gemakkelijk externe activiteiten naar ons IJsseldelta stadion halen. Hoe leuk is het, dat bijvoorbeeld schoolvoetbalfinales in een echt stadion gespeeld kunnen worden. Als laatste punt wil ik nog even aandragen dat er aan kunstgrasvelden hoge eisen worden gesteld, terwijl dit bij natuurgras minder het geval is. Zo heb je op een kunstgrasveld het hele seizoen door dezelfde kwaliteit ondergrond, terwijl er natuurgrasvelden zijn die zo rond de herfst- en wintermaanden eruit zien als een aardappelakker”, aldus Visser.
Van de redactie van:: Voetbal Centraal
Laat een reactie achter